Jaarverslag en Jaarrekening 2018

Lokale heffingen

Overzicht op hoofdlijnen per heffing

Overzicht op hoofdlijnen per heffing

Onroerende zaakbelastingen
De inkomsten Onroerendezaakbelastingen (OZB) zijn niet bestemd voor bepaalde producten of diensten. Het is een zogenaamd algemeen dekkingsmiddel.

De OZB kent twee soorten belastingen:

  • een eigenarenbelasting
    dit is belasting die de eigenaar van een gebouw moet betalen.
  • een gebruikersbelasting
    dit is een belasting die een gebruiker, bijvoorbeeld een huurder van een gebouw moet betalen.

De eigenarenbelasting heffen we van de eigenaren van woningen en niet-woningen. De gebruikersbelasting heffen we alleen van de gebruikers van niet-woningen. Deze belasting is een zogenaamde tijdstipbelasting. Dit betekent dat de toestand per 1 januari van het betreffende jaar bepalend is voor de OZB-heffing. We berekenen de OZB op basis van de vastgestelde waarde van het pand. Het tarief is een percentage van de waarde van een gebouw. Deze waarde bepalen we op basis van de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ).

Voor 2018 zijn de percentages (tarieven) vastgesteld op:
a. gebruikersbelasting niet-woning      € 0,1639%
b. eigenarenbelasting woning      € 0,0972%
    eigenarenbelasting niet-woning      € 0,1993%

Voor 2018 waren de OZB- inkomsten begroot op € 5.194.000. De werkelijke OZB- inkomsten waren € 5.164.000.

Toeristenbelasting
De inkomsten uit de Toeristenbelasting zijn ook algemene dekkingsmiddelen. Het tarief voor 2018 is vastgesteld op € 0,77 per overnachting voor de categorie 'hotels'. Voor de categorie 'campings' was het tarief € 0,48.

De opbrengst voor 2018 was begroot op € 287.000. De werkelijke opbrengst is € 291.000.

Forensenbelasting
Forensen zijn mensen die meer dan 90 dagen, maar minder dan 9 maanden in één kalenderjaar, in een woning in onze gemeente verblijven en geen inwoner zijn van onze gemeente. Zij moeten in onze gemeente ook belasting betalen. Dit noemen we de forensenbelasting.

Mensen die forensenbelasting betalen hoeven geen toeristenbelasting te betalen. Dit is geregeld in de verordening.

Voor 2018 is het tarief vastgesteld op € 150 per woning per jaar. Voor 2018 waren de verwachte inkomsten € 15.000. De werkelijke inkomsten zijn € 15.000.

Lastenverlichting
In 2018 heeft iedereen die belastingplichtig was voor de afvalstoffenheffing een eenmalige lastenverlichting ontvangen. Deze lastenverlichting was € 20 per huishouden. Dit bedrag is in mindering gebracht op de aanslag gemeentelijke belastingen 2018. Op begrotingsbasis is uitgegaan van een totale lastenverlichting van € 300.000. In 2018 is er € 285.000 aan lastenverlichting uitgekeerd.

Afvalstoffenheffing
Wij brengen afvalstoffenheffing in rekening op grond van de Wet milieubeheer. Iedereen waarvoor de gemeente huishoudelijk afval in moet zamelen moet daarvoor belasting betalen.

Uitgangspunt voor de afvalstoffenheffing is een kostendekkend tarief. Dat betekent dat het tarief de kosten moet dekken. Op begrotingsbasis was het dekkingspercentage 100%. Het tekort tussen de werkelijk gerealiseerde baten en lasten is € 175.000. Hiermee komt het dekkingspercentage over 2018 uit op 94%.

Afvalstoffenheffing

7.3 Afval incl btw

-3.718.952

6.3 Kwijtschelding incl btw

-199.438

0.4 Overhead

-204.405

Overige opbrengsten

1.158.273

Totale kosten

-2.964.522

Opbrengst afvalstoffenheffing

2.789.371

Totale opbrengst afvalstoffenheffing

2.789.371

Dekking

94%

Rioolheffing
De gemeente moet zorgen voor de afvoer van het stedelijk afvalwater (rioolwater) en hemelwater (regenwater). De kosten betalen we uit de rioolheffing.
Eind 2015 heeft de gemeenteraad het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) 2016-2020 vastgesteld. In afwijking van dit plan zijn de tarieven in 2017 niet verhoogd met 5%. Dit hebben we hersteld in 2018. De tarieven voor 2018 zijn verhoogd met twee keer 5%.

De totale opbrengst voor 2018 was begroot op € 3.408.000. Op basis van de begroting is de rioolheffing 100% kostendekkend. Dit betekent dat de kosten net zo hoog zijn als de inkomsten. Het verschil tussen de werkelijk gerealiseerde lasten en baten is € 401.639. Dit bedrag is in 2018 gestort in de voorziening 'egalisatie riolering'.

Rioolheffing

7.2 Riolering incl btw

-2.371.070

7.2 Overige opbrengsten

76.104

7.2 Dotatie aan voorziening

-401.639

5.7 Natuurlijk groen incl btw

-88.330

6.3 Kwijtschelding incl btw

-216.112

2.1 Schoonhouden wegen incl btw

-82.356

0.4 Overhead

-341.206

Totale kosten

-3.424.609

Opbrengst Rioolheffing

3.424.609

Totale opbrengst Rioolheffing

3.424.609

Dekking

100%

Rioolaansluitrecht
We hanteren een vast tarief als we een standaard aansluiting op het riool moeten maken. Uitgangspunt hierbij is dat we met de opbrengsten de kosten kunnen betalen. In 2018 was het dekkingspercentage 145%. Dit komt omdat voor één aanvraag geen standaard aansluiting mogelijk is. Hiervoor zijn op begrotingsbasis leges in rekening gebracht. De aansluiting moeten we nog realiseren, dus de kosten hiervoor komen pas in 2019. Dit leidt in 2018 tot een hogere kostendekkendheid.

Rioolaansluitrecht

7.2 Huisaansluitingen incl btw

-23.333

0.4 Overhead

-1.347

Totale kosten

-24.680

Leges

35.826

Totale opbrengsten

35.826

Dekking

145%

Marktgelden
In de marktgeldverordening staan de gemeentelijke regels over de markt. De tarieven voor 2018 zijn verhoogd met 1,4% (inflatie).
Het dekkingspercentage, inclusief de inkomsten uit staangelden, is 60%. Dit betekent dat we met de totale opbrengsten uit marktgelden (€ 17.607) in 2018, 60% van de kosten (€ 29.565) konden betalen. Er is dus een tekort van € 11.958 (zie ook tabel Marktgelden). Kostendekkende tarieven vinden we niet haalbaar.

Marktgelden

3.3 Kosten markten

-30.569

0.4 Overhead

-13.710

3.3 Overige opbrengsten

14.714

Totale kosten

-29.565

Opbrengst marktgelden

17.607

Totale opbrengst marktgelden

17.607

Dekking

60%

Lijkbezorgingsrechten/Grafrechten
Met de opbrengst uit de begraafrechten betalen we de kosten van het begraven en onderhouden van de begraafplaatsen. Voor 2018 zijn de tarieven verhoogd met 1,4% (inflatie). Volgens de begrotingsgegevens kwam het dekkingspercentage uit op 33%. Kostendekkende tarieven vinden we niet haalbaar.

Het werkelijke dekkingspercentage over 2018 is 52%. Dit betekent een tekort op de exploitatie van ruim € 63.000.

Begraafplaatsrechten

7.5 Kosten begraafplaatsen

-118.266

0.4 Overhead

-14.112

7.5 Overige opbrengsten

-

Totale kosten

-132.378

Opbrengst lijkbezorgingsrechten

69.252

Totale opbrengsten

69.252

Dekking

52%

BIZ-belasting
Per 1 januari 2017 is de Verordening Bedrijveninvesteringszone (BIZ) Centrum Groesbeek 2017 in werking getreden. Het hoofddoel van de belasting is om de concurrentiekracht van het winkelgebied te vergroten, zodat de omzet van de ondernemers in het werkgebied toeneemt. Hiervoor hebben we een Uitvoeringsovereenkomst gesloten met de Vereniging BIZ Groesbeek Centrum voor een periode van vijf jaar.

De BIZ-bijdrage dragen wij over aan de Vereniging BIZ Centrum Groesbeek, waarvan de leden gezamenlijk bepalen welke activiteiten ze voor dit bedrag (laten) organiseren. In hun jaarplan staat onder andere gezamenlijke online marketing, evenementen en citydressing.

Leges

Leges zijn kosten die de gemeente in rekening brengt bij inwoners voor bepaalde diensten waar zij gebruik van maken. Dit gebeurt op basis van de legesverordening.
De Tarieventabel bij de verordening is overeenkomstig het VNG-model ingedeeld in drie titels:
Titel 1 Algemene dienstverlening;
Titel 2 Dienstverlening vallende onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunningen;
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijnen.

In artikel 229b van de Gemeentewet is bepaald  dat de geraamde baten van de leges niet uitgaan boven de geraamde lasten. Daar waar rijksnormen of maximumtarieven gelden (zoals bij reisdocumenten), zijn deze leidend. De overige tarieven in de legesverordening zijn - los van overige wijzigingen van de legesverordening -  verhoogd met 1,4% (inflatie). Dit percentage is bij de Begroting 2018 vastgesteld.

De totale legesopbrengst over 2018 is € 111.000 lager dan verwacht. De belangrijkste oorzaken van dit verschil zijn:
- bouwleges €  - 80.000
- projecten ruimtelijke ordening € - 18.000
- diverse leges burgerzaken € - 18.000